Blog
Systems Engineering met oog voor de makers
Als boosters zijn we gewend om overal over na te denken. Steeds de waarom-vraag te stellen, alles te dubbelchecken en te verifiëren. Maar terwijl wij achter onze laptops zitten, staan anderen het ‘echte’ werk te doen: de mensen die op de weg, op het water of op het land maken wat wij aan de tekentafels bedacht hebben.
Regelmatig ervaar ik zelf dat dat niet altijd zonder slag of stoot gaat. Wij zetten aan de voorkant allerlei mooie dingen op papier en maken duidelijke afspraken. Maar de werkelijkheid ziet er anders uit. Hoe laveren we tussen denken en doen? Tussen tekentafel en werkveld? Tussen theorie en praktijk?
Voor het antwoord op die vragen, is het naar mijn idee
vooral belangrijk dat we de menselijke kant in het oog houden. Systems
Engineering met oog voor de makers. Mensen die ervoor gekozen hebben om iedere
dag op de bouwplaats de handen uit de mouwen te steken, zitten over het
algemeen niet te wachten op administratieve rompslomp. En dat levert een
spanningsveld op. Omgaan met dat spanningsveld begint met bewustwording.
Onszelf realiseren hoe makkelijk wij dingen opschrijven, en hoe moeilijk
diezelfde dingen soms in de praktijk gerealiseerd kunnen worden.
We moeten begrip hebben voor elkaars belangen, maar ook voor elkaars
deskundigheid en expertise. Vanuit ons
betekent dat meer begrip voor de aannemer, die niet weet welke
keuzes en belangen een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van het
ontwerp. Vanuit de aannemer
kan er meer begrip zijn voor de
politiek-bestuurlijke context van projecten. Begrip voor elkaars belangen en
zoeken naar wederzijdse belangen, staan daarbij
centraal.
Achter onze laptops zouden we het wel weten, maar in het werkveld gaat het nu eenmaal anders.
Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat we naar alle partijen blijven luisteren. Niet hier achter een laptop, maar daar waar het gebeurt. Op de weg, de dijk, de brug, in de wijk… door dáár te zijn, te kijken, vragen en luisteren. Op die manier gaan beide werelden meer in elkaar over. Maar bovenal moeten we vertrouwen hebben in elkaar. Vertrouwen dat de mensen in het werkveld heel goed in staat zijn om het ontwerp te bouwen en dat de mensen aan de tekentafel een reden hebben gehad om het zo te ontwerpen.
Laatst was ik bij één van onze projecten en zag ik daar een doorgewinterde timmerman aan het werk. Een man van ruim 60, een oude rot in het vak met een bak aan ervaring. Toen hij een seintje kreeg van één van zijn collega’s dat er ergens nog een spijker niet helemaal netjes in het hout zat, boog hij zich over de rand, richting een diepte van een paar meter, en sloeg met een paar handige slagen de spijker feilloos vast. Binnen een paar seconden was het gebeurd. De radertjes in mijn hoofd werkten direct op volle toeren: dit was totaal niet volgens de veiligheidsinstructies, wat als die man van die rand af getuimeld was? Maar wat als hij wél volgens die instructies gewerkt had? Had hij dan voor dat ene spijkertje zijn volledige veiligheidsharnas aan moeten trekken?
Een mooi voorbeeld van de praktijk die wij iedere dag tegenkomen. Achter onze laptops zouden we het wel weten, maar in het werkveld gaat het nu eenmaal anders. Júíst door ons dit te realiseren, kunnen we samen (denkers én doeners) tot het beste resultaat komen. Want eerlijk is eerlijk: buiten iets gebouwd zien worden, is voor mij één van de beste aspecten van ons werk. Daarvoor moeten we concessies doen, loslaten, compromissen sluiten. Laveren tussen verschillende partijen en belangen. En áltijd de samenwerking en het gesprek blijven zoeken. Op die manier kunnen we in veel gevallen méér zijn dan bijvoorbeeld alleen die Projectmanager, Technisch Manager, Contractmanager of Omgevingsmanager. En kunnen we het verschil maken voor onze klanten.